Zeven regio’s, één tarief

Maarten mocht in een artikel voor het blad Bikkel vertellen over de Gelderse Verbeteragenda voor de Jeugdbescherming. Dit blad is voor alle medewerkers van de Jeugdbeschermingsorganisatie.

Het kan wél. Wat sinds de transitie in 2015 voor onmogelijk werd gehouden, is eerder dit jaar in zeven regio’s in de provincie Gelderland gelukt: één contract, één tarief voor álle GI’s die hier actief zijn. De verschillen per regio waren groot, zegt projectleider Maarten Swagerman, maar één ding bleek hetzelfde: “Overal moest het tarief omhoog, want het was niet genoeg.”

Maarten Swagerman heeft als interim projectleider bij de Gelderse Verbeteragenda Jeugdbescherming (GVJB) meegewerkt om alle neuzen van 51 gemeenten één kant op te krijgen. Werkte voorheen iedere jeugdhulpregio met verschillende contracten, codes, formulieren en tarieven, nu is er één standaard. “Zo komen we tot een bestendige Jeugdbescherming in Gelderland, waarbij er minder tijd gaat naar administratie en zoeken naar hulp en meer aandacht naar het begeleiden van jeugdigen en gezinnen.”

De aanleiding?


Het ging niet goed in de jeugdbescherming. Er stonden kinderen op de wachtlijst. Die moesten geholpen worden. De beleidsvrijheid die gemeenten hadden gekregen door de transitie in 2015 betekende in de praktijk veel verschillen. Ook de forse uitstroom van jeugdbeschermers was een belangrijk punt van aandacht.

De oplossing?


We zijn om tafel gaan zitten met vertegenwoordigers van de zeven regio’s in Gelderland en de vier GI’s, (William Schrikker, Leger des Heils, Jeugdbescherming Gelderland en Jeugd Veilig Verder). Wat echt hielp was dat echt iedereen graag wilde dat dit zou slagen. Allemaal wilden we af van het gedoe met verschillende codes en tarieven en het nu goed regelen. Dan moet je elkaar iets gunnen en ego’s opzij zetten. Die gezamenlijkheid, dat is echt de sleutel tot het succes geweest.

Hoe ben je te werk gegaan?


We zijn begonnen om de bestuurlijke visie echt goed met elkaar te doorleven door te bevragen wat begrippen voor iedereen aan tafel betekenden. We snapten elkaar daardoor en hebben vervolgens gepraat over een passende inkoopvorm, waarvoor één nieuwe kostprijsberekening is gemaakt op basis van de daadwerkelijke kosten van de betrokken GI’s. Daarvoor hebben we gemiddelden genomen en de normen die vastgesteld zijn per maatregel. Dit hebben we vastgelegd voor alle gemeenten en aanbieders in Gelderland. Op die manier kom je tot een basistarief dat voor iedereen hetzelfde is. Ze betalen nu een vast uurtarief per maatregel. Alleen voor de doelgroep van de William Schrikker geldt een opslag.

Wat was de uitkomst?

Op de eerste plaats een hoger tarief voor iedereen. De verschillen waren heel groot, tonnen soms. Maar wat voor alle regio’s hetzelfde was: het was te weinig, overal. Allemaal moesten ze meer gaan betalen. Voor sommige was dat verschil wel heel groot. ‘Als we meer betalen, krijgen we dan ook meer terug?’, was daar de vraag. Het antwoord: ‘We verwachten dat beide partijen een stap maken. Op den duur moet het effect zijn dat de maatregelen zorgen voor snellere uitstroom. Op die manier kunnen de totale kosten dan uiteindelijk toch dalen’.

Hoe kan dat?


Door efficiënter en beter samen te werken. Eerdere uitstroom door verkorte maatregelen. En door meer preventie. We willen voorkomen dat zaken bij de rechter belanden. Daar heeft iedereen baat bij. Dat betekent vervolgens ook weer tonnen aan besparing op Jeugdhulpmaatregelen. De kosten gaan hierin voor de baten uit.

Hoe is het gelukt?


Wat ontzettend goed heeft geholpen, is dat ik aan het begin van de onderhandelingen enkele jeugdbeschermers heb uitgenodigd. Zij zijn komen vertellen over hun werk in de dagelijkse praktijk. Over de dingen, waar ze tegenaan lopen, de risico’s, waar ze last van hebben, de drukte, het gebrek aan tijd om aan de kinderen te besteden. De frustraties die dat oplevert. Ook de gevoelde onveiligheid door het gedrag van sommige ouders. Deze professionals willen niets liever dan hun werk goed doen, maar dat kan alleen als er voldoende geld beschikbaar is. Als de gemeenten dus adequaat betalen, wordt de caseload van de jeugdbeschermers niet te hoog. Dat praktijkverhaal heeft enorme indruk gemaakt. Veel vertegenwoordigers van de gemeenten die aan tafel zaten hadden daar eerlijk gezegd geen goed beeld van. Iedereen praat over het werk van anderen. Echt begrijpen wat er in een gezin gebeurt, waar een jeugdzorgwerker tegenaan loopt, dat is een ander verhaal.

Wat is jouw rol?


Er was behoefte aan structuur, duidelijkheid. Een planning maken en iedereen daaraan houden, dat kan ik goed. Ik ben een sturende voorzitter. En omdat ik ervan overtuigd was dat er iets moest gebeuren voor deze kwetsbare groep, neem ik geen genoegen met ‘nee’. Ik zet door. Het hielp enorm dat we een stevige regiegroep hadden met betrokken en bevlogen vertegenwoordiging van gemeenten én GI’s, welke mij als projectleider steunde in de stappen die ik wilde maken.

Wat drijft jou?


Ik had al eens eerder jeugdbescherming ingekocht voor bekend met de producten en de tarieven. Bovendien heb ik affiniteit met het onderwerp… Nu ik volwassen ben, weet ik dat het niet ‘gewoon’ is dat er een Raad voor de Kinderbescherming nodig is bij een scheiding. Dit heb ik als kind wel zo ervaren en ik heb in dat traject meegemaakt hoe lastig het is om als kind goed gehoord te worden. Je kunt me in zoverre een ervaringsdeskundige noemen en vanuit die ervaring wil ik er graag voor zorgen dat er ruimte is voor de professionals zodat zij elk kind goed kunnen horen.

Hoe lang loopt dit contract?


We hebben afspraken gemaakt voor een periode van drie jaar met mogelijkheid tot verlenging met twee keer twee jaar. In die tijd komen we drie keer per jaar bij elkaar om de resultaten te evalueren. Te checken: hoe gaat het, houden we ons aan de afspraken, lopen we op schema, zijn alle beoogde verbeteringen aan de zijde van de gemeenten en de GI’s doorgevoerd? In 2024 gaan we het tarief herijken; waarbij het stiekem de verwachting is dat door allerlei verbeteringen het tarief dan zomaar eens zou kunnen gaan dalen terwijl de jeugdbeschermers toch óók meer tijd hebben voor de kinderen en gezinnen. Mooi vooruitzicht toch?!